Wodka werd voor het eerst in het Rusland van de 15de eeuw gezien. De geschiedenis van wodka is echter veel ouder en vindt haar wortels in de Arabische wereld… Geïnspireerd door de werken van een Perzische wetenschapper over distillatie, ontwerpt de monnik Isidor van het Tsudovklooster in 1430 een recept voor wodka. Omdat hij door dit brouwsel een niet te onderschatten bron van inkomsten krijgt, legt de Russische Staat in 1553 een monopolie op de productie en de verkoop. Het product is tamelijk grof, en zit vol onzuiverheden. In 1789, gebruikt de chemicus Toviy Lovits voor het eerst houtskool, om de wodka te filteren. In 1894 patenteert de Russische regering de wodka met een gehalte van 40° (dat aanzien wordt als het beste alcoholgehalte voor deze drank) en gefilterd met houtskool, de nationale wodka waardig genaamd «Московская особенная» ("Moskou de bijzondere"). Vanaf dan zijn Rusland en Wodka onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Het verbruik van de nationale alcohol werd in 1914 door Tsaar Nicolaas II gestopt gedurende de periode van de Groote Oorlog. Het verbod werd door de Sovjetregering verlengd tot in 1924. Nu is dat moeilijk te begrijpen, maar in die periode was dit niet ongewoon. De debatten over het verbruik van alcohol en andere derivaten zijn er overal ter wereld. Het is eveneens de periode van het totale alcoholverbod in Amerika en Finland.
Elk verbod in de eerste helft van de 20ste eeuw stond in het kader van persoonlijke vrijheden, maar ook met de bedoeling de sluikhandel te stoppen, en de mogelijkheid te creëren voor de verschillende staten om taksen op de verkoop van alcohol te genereren.
Na het ontstaan van de Sovietunie waren vele Russen naar Europa en Amerika geïmmigreerd. Sommige van hen namen de kennis en de know how mee, om zelf Wodka buiten Rusland te produceren. Tussen deze immigranten vinden we de bekende namen van Smirnoff en Eristoff. Heden ten dage wordt Wodka overal ter wereld geproduceerd en we tellen niet minder dan 5.000 verschillende merken.